Ramsey Nasr
28 januari 1974, Rotterdam
Ramsey Nasr (1974, Rotterdam) is dichter/schrijver, acteur en regisseur. In 2000 debuteerde hij als dichter met de bundel 27 gedichten en geen lied, die werd genomineerd voor zowel de C. Buddingh’-prijs als de Hugues C. Pernath-prijs.
Nasr werd in 2005 benoemd tot stadsdichter van Antwerpen en maakte vele gedichten voor mensen ver buiten de grenzen van de stad.
Op 28 januari 2009 werd Ramsey Nasr voor een periode van vier jaar benoemd tot Dichter des Vaderlands. Hij trad hiermee in de voetsporen van Gerrit Komrij en Driek van Wissen. In het najaar van 2011 verscheen Mijn nieuwe vaderland. Gedichten van crisis en angst, een bundel met een selectie uit de gedichten die Nasr tot dat moment in zijn functie van Dichter des Vaderlands had geschreven, aangevuld met enkele polemische opiniestukken. De gehele bundel speelt in op de relatie tussen kunst/cultuur en de Nederlandse politiek.
In 2012 bracht Nasr een box uit met zeven CD's, Hier komt de poëzie!, een bloemlezing van 350 gedichten die hij zelf voordraagt.
Op 25 april 2013 werd Nasr de Gouden Ganzenveer 2013 toegekend. De Academie De Gouden Ganzenveer roemde Nasr om zijn veelzijdigheid: 'Hij slaagt erin vele taalregisters te bespelen. Juist omdat dat fenomeen niet gevangen wordt binnen de klassieke literaire prijzen, vinden wij dat hij in aanmerking komt voor de Gouden Ganzenveer.'
- 27 gedichten en geen lied (2000)
- Onhandig bloesemend (2004)
- Onze-lieve-vrouwe-zeppelin, bundel Antwerpse gedichten (2006)
- Ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven) (2010)
Mi have een droom – Rotterdam, 2059
wullah, poetry poet, let mi takki you 1 ding: di trobbi hier is dit
ben van me eigen now zo 66 jari & skerieus ben geen racist, aber
alle josti op een stokki, uptodate, wats deze shit? ik zeg maar zo
mi was nog maar een breezer als mi moeder zo zei: "azizi
doe gewoon jij, doe je gekke shit genoeg, wees beleefd, maak geen tsjoeri
toon props voor je brada, zeg 'wazzup meneer', 'fawaka' - en duh
beetje kijken op di smatjes met ze toetoes is no trobbi
beetje masten, beetje klaren & kabonkadonk is toppi
aber geef di goeie voorbeeld, prik di chickies met 2 woorden"
zo deed mi moeder takki toen & boem tranga! kijk, hier staat ik
hand in hand, harde kaas, api trots op di belanda, niet dan?
now dan, want mi lobi roffadam & deze stitti is mi spanga
ja joh, tantoe bigfoot long ago, toen was geluk gewoon da shit
wij rampeneerden & met mate, heel di hoed was 1 famiri
weinig doekoe, aber boeiee: keek me gaan, keek me lopen
met me broekoe, keek me clippen met me ketting, wullah
mi was di grote otochtone condoekoe van vele boezoemies
op leip lauwe pattaas kwam ik vet binnensteppen van pompi doppe
loperdelopi door di stad, dat met ze gebouwen botertje bats
aan di bigtime poenami-master ze voets lag & keek ze now leggen:
moeilijk lekker roffadam, met ze amperbroeki an, heet & klaar
in spleetlauwe stegjes & zij zo: "kom kill, wandel dan, moeni worri
tab je lippi, play mi down op plattegrond, breek mi billen, gimmi bossi"
& bakoeboe jawohl, daar gingen wi dan, mi & di stitti, kierend
van mond tot mond - mi schudde di doesji, zi schudde mi hard
terug & lang & op & down tot binnen in ons (oh blueberry yam yam)
di zon lijk een smeltende bal naar omhoog kwam: knetter & glowy
opende zich di stitti ze eigen, rees op & kwam roze rondom mi te leggen
dát was roffadam: wi wandelden strak & di regen was gone
zo ging dat dan, in die goeie ouwe klok van glim & gouwe tiffies
aber now wullah, now dat ik old & bijna didi, now zit ik hier
game over te kniezen op me stoeroe, in een kapot veranderde stitti
word ik remi da rimpel, weke pampa achter glas & ik zweer je gast
deze land is niet meer wat ze was - sjoef dan habibi, sjoef door di ruiten
al die toelies, al di tuigkoppen uit di tegenwoordige tijd, oyooo
di playen biggi pompoe pompoe, aber komen niet van hiro & di zuigt maar
& di praat maar habbi dabbi & di doet maar takki takki poep & ik zeg you
di bokitoos hebben geen props of respect, di hebben da dockz in da fitti gezet
dus poetry poet, kijk me ogen, luister me oren, want hier is ki torri
hardcore & luid: mi have een droom, vol is vol, belanda boven
sluiten di shit & alles wordt wider basis controller, luchtdicht lijk da weerga
terug naar di wortel - vóór alle stitties zwaar paraloezoe & dikke ruïna
ja mi have een droom, dat me matties & ik ooit di zon wider clearly
omlagi zien komen, groter & groter, om dan benoekoe vaarlijk & slow
hier boven di straties, di cribs & di homies van roffadam nider te dalen
lijk een warme babeloeba in me gezicht - mi have een droom vandaag
lang bewaard & opgezwollen, dat heel di stitti wider lijk vroeger
over mi komt & mi wegpakt, in ze wreed tedere vel van di nacht
& vroeger nog, toen di dag nog niet dwars door mi heen kwam gewaaid
lijk gruis in me wijdopen hart - tantoe vroeger, daar have ik een droom
blakka-zwart & wit lijk snow, want daar bleef alles lijk het was
daar zijn da pieps nog keurig & strak - mi have een droom van brekend glas
ik droom achteruit, van een stittie die stilstaat & thuis op mi wacht
Maak mijn moeder
Maak van mijn moeder een sneeuwende tuin om te planten.
Witte jasmijn en de theeroos wordt wit.
Voller geluid komt vanuit binnenkanten
zoals de vrucht in de pit.
Maak van mijn moeder twee kameleons zonder ogen:
groen gokte hij en hij streelde haar buik
die zij dieprood naar hem toe had gebogen
waarna iets mooiers ontluikt.
Maak van mijn moeder een lichtkathedraal in een kistje.
Open het elleke ochtend en hoor
hoe zich daarbinnen een meerstemmig misje
opent om wat het verloor.
Maak van mijn moeder hetzelfde maar ijzeren meisje.
Breng haar met krachtige vuistslagen groot.
Breng haar wat troost of een slim toverwijsje
want in dit lijf gaat zij dood.
uit Tussen lelie en waterstofbom (De Bezige Bij, 2009)
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten