Juan Heinsohn Huala
1958, Chili
Juan Heinsohn Huala (1958, Chili), is dichter, kunstenaar en organisator van culturele evenementen. In 1978 vluchtte hij met zijn ouders naar Argentinië. In 1979 werd de familie uitgenodigd naar Nederland te komen als politieke vluchtelingen.
Heinsohn was verantwoordelijk voor de literaire programma´s bij het Poetry Park Festival, later Dunya Festival en droeg bij aan talloze andere poëzie-evenementen, als organisator en programmamaker.
In februari 2009 is zijn Nederlandstalige poëziebundel Verblijf op papier gepubliceerd.
Op het metrostation Zuidplein te Rotterdam is zijn muurschildering De hele wereld is je vaderland te zien, geschilderd samen met Jorge Kata Nuñez.
In 2009 jaar startte Heinsohn het kinderatelier De Kleine Vis, een buurtinitiatief in Rotterdam, dat hij tot op heden leidt.
In 2015 heeft Heinsohn de Prijs Comunidad ontvangen, een waarderingsprijs van de Chileense gemeenschap in Nederland als dank voor zijn inzet in de wereld van kunst en cultuur, culturele diversiteit en participatie.
bladeren door de voorbije tijd
sta je weer voor de deur van je huis
de tuin is vernield
in lege kamers
een kloppende stilte op je handen
als trilling van opgehouden leven
wie niet meer is
is een schaduw op deze muren
werk van een gestoorde god
met veel discipelen
en toch is het licht bij de ramen
van dagen die niet terugdeinzen voor haat
daarom borduur ik een vaandel
met de namen van vermisten
hoop is van zachte klei
deze grenzen zijn geboren
uit een hand
later als woorden
nog later als gedrag
omdat wij zelf te weinig zijn
zochten we in de lucht
bij andere krachten
of alles al voorbeschikt was
meer hoeven we niet te zeggen
en toch is de dag een uitdaging
voor tekens uit handen
om de juiste woorden te vinden
lopen aan de rand van licht en schaduw
steeds een andere kleur te kiezen
een andere weg
daar is het lopen begonnen
hier stond ik op jou te wachten
verderop bouwden we een huis
los van dromen is dit maar een opsomming
op de grond de schaduw van een mens
het water is in de nacht bevroren
de dag kijkt naar ons in spiegels
de stilte tekent eenzaamheid
met gezichten langs de weg
een schim ben je
de rest is een spel in je hoofd
wie liep met jou mee
met een steen in de hand
wie opende een tuin op je route
door de dwaling van het noemen
ben je een mens
vergeten is vergelding
het geluid van je lepel in de beker
redt me uit de schaduw van de winter
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten