Manuel Kneepkens
26 februari 1942, Heerlen
Manuel Kneepkens (Heerlen, 1942). Sinds 1971 woonachtig in Rotterdam. Studeerde Rechten in Leiden. Van 1971 tot 1994 Docent Strafrecht & Criminologie aan de Erasmus-universiteit; van 1985 tot 1996 tevens Docent Oorlogs- en Vredesrecht. Van 1994 tot 2006 Fractievoorzitter van de Stadspartij in de gemeenteraad van Rotterdam
Kneepkens is geboren in een roomskatholiek gezin. Na het gymnasium op het Bernardinuscollege ging hij in Leiden rechten en criminologie studeren. In 1971 vertrok hij naar de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Daar was hij 23 jaar docent strafrecht en criminologie. Hij trok de aandacht met activiteiten voor de Coornhert-Liga, waarvan hij deel uitmaakte van 1973 tot 1984; in dat jaar werd hij als voorzitter opgevolgd door Gerard Spong. Verder was hij medeorganisator van het Tribunaal voor de Vrede over de kruisrakettenkwestie (1985).
Van 1992 tot 1994 was Kneepkens partijvoorzitter van De Groenen.
Kneepkens verliet de universiteit in 1994 en was tot 2006 gemeenteraadslid in Rotterdam; hij was samen met Willem Kruk, Jim Postma en Hans van Heel medeoprichter van de Stadspartij Rotterdam. Vanaf 2002, met de komst van Leefbaar Rotterdam, zijn er roerige jaren geweest, mede doordat Kneepkens zich sterk keerde tegen Pim Fortuyn. Niet alle leden van de Stadspartij waren het met hem eens.
Met zijn vertrek uit de gemeenteraad in 2006 was het tevens afgelopen met de Stadspartij. In zijn 12 jaar als raadslid trachtte Kneepkens ‘enige poëzie in de gemeenteraad te brengen’. Soms deed hij dat door een motie in dichtvorm voor te lezen. Kneepkens was ook de man van een hoeveelheid fantasierijke voorstellen. De twee bekendste daarvan zijn de markering van de Brandgrens Rotterdam en het Marten Toonder-monument.
Kneepkens heeft veel betekend voor de positie van Rotterdam in cultureel opzicht. Zo stichtte hij samen met de slavist Arie van der Ent de Poëziebank, 'de bank voor al uw geestelijk kapitaal, een bank die niet kan omvallen'. Hierin kan elke levende Nederlandstalige dichter één met de hand geschreven gedicht opslaan, 'als waardepapier voor altijd'. Op 17 september 2010 werd deze Poëziebank in Rotterdam-Katendrecht feestelijk in gebruik genomen door de toenmalige president van de Nederlandsche Bank, Nout Wellink.
In 2006 eerde de stad Rotterdam hem voor zijn verdiensten met de Wolfert van Borselen-penning.
Manuel Kneepkens is als dichter en publicist in 2012 nog steeds actief.
- Tuin van Eetlust (De Bezige Bij, 1976)
- Oorlogsprins ( De Bezige Bij, 1982)
- Gedichten tegen de Atoomoorlog ( Tribunaal voor de Vrede,1985)
- Zwart Feest ( Herik, 1990)
- Au Pays du Tendre Mosan noir ( Herik, 1993 )
- Landschap met vakantie ( De Prom, 1996)
- Zuiderlinks ( Bèta Imaginations, 1999)
- Het Dolfijnenkostuum (Ad. Donker, 2003)
- Mr (Tortuca, 2005)
- Beestjes (Tortuca, 2006)
- De Lustgouverneur ( De Contrabas, BNM, 2006)
- Vrouwen /Rotterdammers ( Douane, 2007)
- Een Vrolijk Dierenalfabet (Douane , 2009 )
- Een zomer voor alle seizoenen ( De Contrabas, 2012)
- Kaleidoscopie van een Jaar ( De Contrabas, 2015)
Tuin van Eetlust
Op koele zomeravonden, als de familie smakkend tot zich nam
groene haring, gevolgd door slierasperges in botersaus
biefstuk, salade, pommes frites, en toe
aardbeien, slagroom , mokka en vanille
dan deinden zij, de tantes, als pioenrozen, als zwaargassige
ballonen op hun steel, op de golfslag van hun lacherigheid
in alle massale borsten koerde hoorbaar Wagner
zo dronken zij wijn na wijn
tot elk hoofd paus Pius Twaalf leek in het Heilig Jaar
zo bleek!
tenslotte nam dan oom na oom, stomdronken, afscheid
en van elke tante wiegde het romig achterwerk weg
alleen de nacht bleef over, die hele oude dame
die pauwblauwe waaier voor de eenzame glimlach
van het heelal
god van de vlinders, dan sliep je!
de ramen open , kostbare dromen ten prooi
Roodmaanvogel
Hij heeft zijn kooi achter het Nachtdierenpaviljoen
terzijde van de braamstruiken langs de spoorlijn
naar Utrecht
De bulk van dierentuinbezoekers komt daar niet
Bovendien woekert er een enorme rododendron
in z'n volière. En daarachter is het pure donker
van z'n nachthok
waarin Hij zich ten alle tijde kan verschuilen
(wat Hij ook doet...)
Hij, Zijne Majesteit Schuwheid, oogverblindender
dan Pauw & Paradijsvogel tezamen!
Het is alsof een rilling over de verliefde lippen
van wijlen de laatste Sjah van Perzië
diep zuchtend
overgaat
in een rilling
over de perzikschoot van Farah Dibah
Sjah's vruchtbaarste Sheherazade
(ooit, toen Iran nog een seculiere staat was...)
zo intens is het Perzisch miniatuur-rood
van het pronkkleed van de Roodmaanvogel!
O, de boze Sprookjeswereld van alledag
bestaat heel even niet voor iemand
die een Roodmaanvogel ziet / of hoort...
Diens hals: èèn vlam van Passie
diens snavel: louter Liefde…
maar Hij, zo diep achter in in de Tuin der Lusten
als Hij er op zekere nacht vandoor gaat
naar Tibet of Nepal…wie zal 't merken?
En hoe moet dat dan met ons?
Naar Rotterdam keert hij nooit meer terug!
Bankier
Als de meeuwen krijsen
dat de Dow Jones-index
van God verlaten is…
beaam het!
Als een Volkswagen van zijn huid
zo heeft het strand de laatste badgast weggeveegd
richting Heimat
En op de tennisbanen grijnzen geen lome Boeddha’s meer
geen stemmen, hoogblond, en niet de gongslag
van de bal
Enkel u, bankier, ter hoogte van het Kurhaus
met uw zilvergrijs, gedistingeerd profiel
gelijkend Adam Smith…
Zie, zijn Onzichtbare Hand koestert uw paraplu
haast vooroorlogs met duisternis omfloerst
als in de zwar(t)e crisis van de Jaren Dertig…
Ai, met welk hoofdpijnvragen klopt de herfstwind
bij de kapitale schedel van uw dwaasheid
aan?
om wat u heden zoal deduceren moet
uit de krijsende, desolate vlucht van meeuwen
hoog boven de schuimkraag van de branding
en/of de gelatinepudding / lillend / stinkend /
van een gestrande potkwal ?
Niks Global Casino! Niks Flitskapitaal!Niks Luchtbeleconomie!
De sterfdatum van het winstprincipe!
De herfsttij van het kapitaal!
beurse Messias, u bijt hier in het zand
waarin u, van de zomer nog
zo doldriest hebt geschreven:
Ik krijg een bonus
voor mijn anus
Pecunia non olet!
En voor mijn grote
mond
vang ik er vier!
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten