Leo Stilma
26 april 1953
Leo Stilma schrijft sinds 1990 poezie. Hij publiceerde veel in tijdschriften en verzamelbundels. Er verschenen vier bundels van zijn hand.
Regelmatig trad hij op literaire podia in de regio en op 12 juni 2009 stond hij in het Rotterdamse programma Rotterdamse Dichters aan de Maas als startschot van Poetry International 2009. Zijn werk is onder andere opgenomen in de bundel Dichter aan de Maas van uitgeverij Douane.
Hij was jarenlang als mede-coördinator betrokken bij het toenmalige poëziepodium de Consul in Rotterdam.
Zijn gedichten gaan over liefde, leven en de dood en moeten voor hem 'als een bijl zijn in de bevroren zee in de ziel'.
- Kaalslag (Uitgeverij de Beuk, 1995)
- Steenslag (uitgeverij Callenbach, 1998)
- In Woord en Beeld (uitgeverij Humanitas, 2000)
- Al ben je nog zo licht (uitgeverij de Brouwerij, 2008)
Kostbare tijd
Ik draag vandaag
onze tijd als een glas water
op handen naar je toe
en mag geen druppel morsen
want je dorst is zo groot
zoveel water kan ik nooit
voor je halen.
Maar morgen morgen
ga ik de wolken breken voor jou
het zal heel lang gaan regenen
ik bouw een boot voor jou en mij
met genoeg voedsel aan boord
ik zal je over de loopplank dragen
hoe zwaar je ook bent van verdriet
lief ik zal je dragen.
Tegen de dood
Vandaag heb ik je ontmoet
domme stomme arrogante dood
Ik heb je voor de eerste keer
aangeraakt met mijn handen
ik voel je kloppen in mijn hoofd
ik voel je stromen in mijn bloed
ik hoor je ook heel hard lachen
alsof je van mijn wanhoop geniet
maar trieste trieste zielenpoot
reken je niet rijk
ik ben niet bang voor jou
ik zal je ziek maken door hoop
ik zal je laten krimpen van de pijn
door mijn loflied op het leven
en we zullen wel eens zien
wie er wint
jij of ik
Het hoge huis aan de zee
Vanuit mijn raam zie ik de zee
liggen, zo rustig als een dromende
vrouw op de bank. Soms buldert ze
van woede als ze schreeuwt naar
de hemel om een teken
Hier stond ik als kind water
uit de zee te scheppen en dacht
dat de zee morgen leeg zou zijn
Nu loop ik langs het strand
laat de tijd verwaaien in mijn hoofd
en verdwaal in een doolhof van verhalen
over een vergeten vroeger
God zweeft boven het water
en breekt het licht als brood
Onder de golven wonen geheimen
waarover niemand spreekt
maar iedereen weet
er is altijd de zee
want als alles verdwijnt
blijft alleen de zee
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten