Hester Knibbe
6 januari 1946, Harderwijk
In 2015-2016 is Hester Knibbe de stadsdichter van Rotterdam.
Hester Knibbe volgde een analistenstudie en beheerde als klinisch farmaceutisch analiste lange tijd het laboratorium van een ziekenhuisapotheek.
Zij debuteerde in 1982 met de bundel ‘Tussen gebaren en woorden’. Nadien publiceerde zij nog een tiental bundels. Haar werk is bekroond met de Anna Blamanprijs, de Herman Gorterprijs, de A. Roland Holstprijs en de VSB-Poëzieprijs.
Zij publiceerde in diverse literaire tijdschriften en nam deel aan poëziefestivals in binnen- en buitenland.
Meerdere jaren was zij bestuurslid van PEN Nederland, van 2008-2010 als voorzitter.
Hester Knibbe over zichzelf:
Mijn poëzie gaat vooral over mensen, wat hen bezighoudt, drijft.
In mijn jongste bundel ‘Archaïsch de dieren’ bijvoorbeeld komt een bonte stoet voorbij van mensen die willen overleven, zich een plek bevechten, hun territorium verdedigen, die zich, kortom, pogen te handhaven.
Ik ben een kijker, ik kijk naar wat zich om mij heen afspeelt, wat ik in mijn leven tegenkom. Daarover schrijf ik. Ik probeer daarbij naast en achter het algemene te kijken om het bijzondere te zien, wil nieuwe, onverwachte verbanden leggen. Daarvoor gebruik ik onder meer verhalen uit vroegere culturen, mythische figuren, om iets te vertellen over nu; de menselijke drijfveren zijn wat de basis betreft nog altijd dezelfde.
Ook verken ik de huidige tijd, en mijn eigen positie daarin, soms via de vereenzelviging. Dan laat ik al dan niet verzonnen levenden, goden en doden in de eerste persoon spreken over hun wel en wee, maar evenzogoed een voorwerp of een landschap, een tuin, een rivier. Het is voor mij een van de manieren om dicht bij mijn onderwerp te komen.
Recente publicaties bij De Arbeiderspers:
Bedrieglijke dagen, 2008
Oogsteen, (keuze uit de gedichten 1982-2008), 2009
Het hebben van schaduw, 2011
Archaïsch de dieren, 2014 (VSB-Poëzieprijs 2015)
As, vuur, 2017
inzake dit huis, 2020
Het is het oog mijn lief
dat groot of klein de ziel niet
achter wimper zet en ziet. Van zwart
tot wit kruipt wereld door je lens
het blinde in en kleurt zich daar tot rood
en violet tot zee en groen en mens of ding. Het is
de verte lief waarvoor je arm
te kort, je hand te klein en toch
ze waait naar binnen en verblijft
in heel het lijf als hunkering.
Ja
Liefde, ja er zit altijd een lichaam aan vast
en dat maakt het en maakt het, maakt het
soms lastig. Maar het geeft niet, we zijn
al zo lang samen dat we ons in elkaar hebben
opgeslagen, niet meer zoek niet weg kunnen raken.
Natuurlijk, voorbodes kruipen onder de huid, dansen
mee als je danst, rennen mee als je rent, hangen
ook op de bank, zitten daar en later gaat Haper
aan de haal met je dromen, teistert een winter
de oude rivier die wil stromen. Maar het
geeft niet en de sfinx die ons het raadsel
opgeeft wie van wie het meest is niks
om je druk om te maken, we houden elkaar gewoon
bij de hand en waar de weg ophoudt zullen we slapen
Tuin met uitzicht
Ik heb mij hoger gesetteld
dan doorgaans, ben stapel op wolken
lucht en zo meer. Nee, nee ik kijk
niet op u neer, heb nog te veel
weet van gemodder, moeizaam
gewroet daarbeneden. Maar ik
hecht nu eenmaal sterk aan
het weidse, een buigzame wuivende
blik op het leven, wil een lusthof zijn
voor wie mij betreden en een dak
voor degenen die bijna als mollen
onder mijn wortels schuilen
voor het extreme. Hierboven en
tussen de huizen ontvang ik blijmoedig
eenieder met uitzicht, een zetel om
genietend te zitten te kijken te lezen.
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten