Marianne de Bruine (Korthuys)
13 april 1957 – 7 april 2003, Rotterdam
Marianne de Bruine was tot haar overlijden getrouwd met de Rotterdamse kunstenaar Louis Looijschelder. Haar werk is onder andere terug te vinden op de Mathenesserdijk.
De dichteres won de Rijnmond Muze Prijs 1993 en de Rotterdam Award 1994. Ze was tot 1994 bekend onder de achternaam Korthuys.
In 1996 kwam de CD Kermis in de hel uit van Eimar Been, waarop twee nummers staan met teksten van de Bruine (Stad en Uit Liefde).
- Van kwaad tot erger, gedichten (Between Productions, 1994, met een voorwoord van Frans Vogel)
- Een keuze, Louis Looijschelder (2005), met afbeeldingen van het werk van Looijschelder en o.a. gedichten van onder andere Rien Vroegindeweij en Marianne de Bruine
Tijd
Hoe laat het is kan niemand zeggen.
Niets is zo ongrijpbaar als de tijd.
Maar blijf zolang je kunt mijn vriend.
Want tijdloos is genegenheid.
Deze tekst was te zien in Galerie de Aanschouw als onderdeel van de expositie van Louis Looijschelder in 2005.
Rotte Rdam
Niet te stoppen
Niet te stuiten
Ondersteboven
Binnenstebuiten
Breken en bouwen
Doorbijtend als loog
Zwoegen en sjouwen
Peilloos OMHOOG
Tomeloos tuimelend
Razende vaart
Accelerend
Verbaasd nagestaard
Rotterdam
Rotterdam, tunnels en bruggen
trams die krijsen als de hel
Rotterdam, jij hebt dat stugge
Rotterdam, wat ben je fel
Rotterdam, kantoorkolossen
sober, zonder klatergoud
Rotterdam, betonnen bossen
Rotterdam, wat ben je koud
Rotterdam, havenarbeiders
geen gelul maar aan het werk
Rotterdam, lassers en snijders
Rotterdam, wat ben je sterk
Rotterdam, je volle kroegen
ruzies, herrie, krijgsgehuil
Rotterdam, zuipen en vloeken
Rotterdam, wat ben je vuil
Rotterdam, bonte bevolking
zwarten, bruinen, geel en rood
Rotterdam, hoeft geen vertolking
Rotterdam, wat ben je groot
Rotterdam, je monumenten
zwaar bevochten stalen hef
Rotterdam, wereldbekende
Rotterdam, wat heb je lef
Rotterdam, G.J. de Jonghweg
junkies, hoeren in een rij
Rotterdam, dat geeft geen uitleg
Rotterdam, wat ben je vrij
Rotterdam. opvangtehuizen
voor je volk, half gek gesard
Rotterdam, een pels vol luizen
Rotterdam, wat ben je hard
Rotterdam, ik breek m’n poten
over sloopafval en puin
Rotterdam, met open goten
Rotterdam wat ben je schuin
Rotterdam, je kille straten
rondwaaiende teringzooi
Rotterdam, ik kan je haten
Rotterdam, wat ben je mooi
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten