Kees Francke
18 september 1952, Den Haag – 24 juni 2002, Aardenburg
Dichter, mail artist en beeldend kunstenaar Kees Francke verhuisde in 1956 van Den Haag naar Rotterdam, waar hij de middelbare school doorliep en zijn opleiding tot beeldend kunstenaar voltooide aan de kunstacademie in Rotterdam.
Hij werkte als zelfstandig kunstenaar in zijn atelier in de Dillenburgstraat en hield zich als eerste generatie postkunstenaar ook bezig met mail art.
Hij organiseerde diverse mail art projecten waarvan The Workers Paradise het belangrijkste genoemd mag worden. Het project waaraan 500 deelnemers uit 50 landen deelnamen werd enkele malen in het buitenland tentoongesteld en in 1987 in Rotterdam, waar de expositie in de Centrale Bibliotheek werd geopend door acteur Paul van Soest. Francke werd en wordt binnen het wereldwijde netwerk van de mail art beschouwd als één van de belangrijkste mail artists.
In 1993 zocht hij de rust van het platteland die hij vond in het Groningse Drieborg, waar hij naast zijn beeldend werk begon met het schrijven van poëzie. In 1995 debuteerde hij in Zeeuws Tijdschrift met het gedicht West Mongolia 26 uit de reeks West Mongoolse Gezangen. De laatste jaren van zijn leven woonde hij in Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen.
Literair periodiek Ballustrada wijdde nog in het jaar van Francke’s overlijden in 2002 een apart thema aan hem dat bestond uit enkele gedichten van Francke en verhalen over Francke door Johan Everaers. In de Raadskelder in Sluis vond in 2003 een door vrienden georganiseerde postume tentoonstelling plaats van zijn kunstwerken.
Tien jaar na zijn overlijden bracht Ballustrada een hommage aan Francke in de vorm van een zomerverrassing, een gevouwen boekwerkje met speciaal ontworpen stempels die Francke gebruikte bij het verzenden van mail art. Een selectie van de stempels werd afgedrukt in die zomerverrassing van Ballustrada (jaargang 26 nr. 3, 2012.) De stempels werden tentoongesteld in boekhandel de Drukkerij in Middelburg alvorens ze werden opgenomen in de collectie van Museum Weserburg in Bremen.
Francke publiceerde zijn gedichten in zijn eenmanstijdschrift ‘PRIëM’ tussen 1993 en 1998. Toen Stan van Houcke hem in een interview, dat op de radio werd uitgezonden door VPRO, vroeg om uitleg over een poster met de tekst West Mongolia Compagnie voor het raam van zijn woning in Drieborg, antwoordde Francke dat hij altijd al naar Mongolië wilde en dat dit een eerste stap was in die richting. Het interview vormde later samen met enkele gedichten een onderdeel van het boek “Dat blijft geheim” (Stan van Houcke, Uitgeverij Atlas, 2006).
Na het overlijden van Francke vatten zijn vrienden Johan Everaers en Paul van Soest het plan op om de gedichtenreeks West Mongoolse Gezangen postuum uit te geven. De presentatie van het boek vond plaats op 15 april 2016 in Rotterdam met medewerking van onder anderen Anne Vegter, die in dat jaar dichter des Vaderlands was.
(tekst: Johan Everaers)
- West Mongoolse Gezangen (Trichis Publishing bv, Rotterdam, 2016)
West Mongolia 6
Windkracht zeven kan ik hebben
acht ook nog wel want
de snorfiets is pas schoongemaakt
de leegte is een blinde hoek
gevuld met ijswind
links of rechts is niets
al zijn er boerderijen
groot als zeeschepen afgemeerd
Ik kan nu hele dagen zonder radio
West Mongolia 26
Wat doen wij dan hier?
Eerst het geluid
dan pas zie je ze:
eens te meer terug uit Siberië
trekken ganzen ook deze herfst
onderweg misschien naar elders
hun lijnen weer onder de wolken
opnieuw is alles zwart
voordat de regens begonnen
werd wintertarwe gezaaid
windveren voorzien
van een nieuwe verflaag
sokken zijn van de zomer
al gebreid en truien
en in de kelder
wachten ingemaakte bonen
vierkante dozen
huizen op het ergste voorbereid
maar de grauwe gans
wordt door de ijstijd nooit
op dezelfde plek niet verrast
West Mongolia 75
Boven mijn hoofd
haalt de lijster alles uit de kast
van gekraak en getsjilp
via klikken, slissen, zuchten,
grommen en gekrijs
tot het piepen van een scharnier
en het ratelen van een
blikken opwindtreintje
hij was altijd al postmodern
maar voorlopig zit hij nog alleen
op zijn tak
(het kan natuurlijk ook een spreeuw zijn)
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
2 gedichten
2 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
4 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
1 gedicht
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten
3 gedichten